BERICHT
Deze rubriek bevat de collectieve arbeidsovereenkomsten zoals ze in de Nationale Arbeidsraad zijn gesloten. De wettelijke of verordenende bepalingen die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met de rechten en plichten die uit die collectieve arbeidsovereenkomsten voortvloeien, zijn hier dus niet opgenomen.
CAO per thema
Loopbaanonderbreking
Ter uitvoering van het centraal akkoord van 9 december 1992 voorziet de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 56 van 13 juli 1993 in een beperkt recht op onderbreking van de beroepsloopbaan.
Deze overeenkomst trad in werking op 1 januari 1994. Zij organiseert, volgens de daarin bepaalde nadere regels, het recht van de werknemer om zijn beroepsloopbaan te onderbreken gedurende minimum 3 maanden en maximum 3 jaar ; die onderbrekingsperioden mogen in verscheidene keren worden genomen.
In uitvoering van de eind 1995 op Europees niveau gesloten raamovereenkomst in het kader van de overeenkomst betreffende de sociale politiek, stelt de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 64 van 29 april 1997 een ouderschapsverlof in. Naar aanleiding van die overeenkomst werd een advies uitgebracht over de maatregelen die de overheid moet nemen met het oog op een effectieve invoering van het recht op ouderschapsverlof.
Die overeenkomst geldt wanneer er op sector- en/of ondernemingsniveau geen collectieve arbeidsovereenkomsten zijn gesloten.
De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 64 bis van 24 februari 2015 heeft tot doel de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 64 in overeenstemming te brengen met de herziene Europese raamovereenkomst inzake ouderschapsverlof, zoals ze is vervat in de richtlijn 2010/18/EU van de Raad van 8 maart 2010; zo wordt met name de duur van het ouderschapsverlof op 4 maanden gebracht.
In uitvoering van het centraal akkoord van 22 december 2000 voorziet de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001 voor alle werknemers van de privé-sector :
- in een recht op tijdskrediet van 1 jaar, hetzij door een volledige schorsing van de arbeidsprestaties, hetzij door een vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking;
- in een recht op een 1/5de-loopbaanvermindering gedurende 5 jaar;
- in een recht voor de werknemers van 50 jaar en ouder om hun arbeidsprestaties te verminderen hetzij met 1/5de, hetzij tot een halftijdse betrekking, zonder maximumduur.
Ter wille van de arbeidsorganisatie binnen de ondernemingen kan de werkgever de uitoefening van deze rechten uitstellen en maximum 5 % van de werknemers in een onderneming kunnen tegelijk in aanmerking komen voor de door de overeenkomst vastgestelde regelingen.
Van deze conventie kan op bepaalde punten worden afgeweken door de sectoren en/of ondernemingen. Zij kunnen ondermeer de duur van het tijdskrediet van 1 op 5 jaar brengen.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd vervangen door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 bis van 19 december 2001 en gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 ter van 10 juli 2002 die een aantal punten verder verduidelijken en preciseren (o.a. gelijkgestelde periodes, verlenging, overgang tussen de stelsels en 5 % drempel).
De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 quater van 30 maart 2007 heeft in uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 2 februari 2007 de 5% drempel volledig geneutraliseerd voor 55-plussers die een 1/5de loopbaanvermindering hebben aangevraagd of opnemen. De vereiste anciënniteit om recht te hebben op loopbaanvermindering voor 50 plussers wordt verminderd en een meer flexibele uitoefening van de 1/5de loopbaanvermindering wordt mogelijk gemaakt.
De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 quinquies van 20 februari 2009 heeft, in uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2009-2010 van 22 december 2008 de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 bis opnieuw gewijzigd om de overgang van voltijds tijdskrediet of halftijdse loopbaanvermindering naar halftijdse of 1/5de loopbaanvermindering in onderling akkoord met de werkgever mogelijk te maken.
De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 sexies van 15 december 2009 wijzigt de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 bis om zowel langdurige ziekteperioden als perioden van progressieve werkhervatting in het kader van de RIZIV-wetgeving volledig te neutraliseren, voor wat de tewerkstellingsvoorwaarden betreft om het recht op tijdskrediet of loopbaanvermindering te openen.
De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 septies van 2 juni 2010 wijzigt de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 bis gelet op het akkoord tussen de sociale partners van 29 januari 2010 met betrekking tot de correcties op de crisispremie van arbeiders en de neutralisering van de crisismaatregelen. Het is de bedoeling de crisiswerkloosheid voor bedienden gelijk te stellen en het crisistijdskrediet en deeltijdse tewerkstelling in het kader van het stelsel van de overbruggingspremies te neutraliseren, voor de berekening van de tewerkstellingsvoorwaarden.
Om de discrepantie, die in uitvoering van het Regeerakkoord sinds 1 januari 2012 was ontstaan, tussen het recht op uitkeringen en het recht op verlof op te heffen, werd de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 bis op 1 september 2013 vervangen door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen.
Deze overeenkomst voorziet voor de werknemers van de privé-sector, met uitzondering van de leerlingen:
a. in een recht op voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5de loopbaanvermindering gelijk aan een equivalent van 12 maanden volledige schorsing over de gehele loopbaan zonder motief.
Het tijdskrediet of de loopbaanvermindering zonder motief kan worden opgenomen ofwel onder de vorm van 12 maanden voltijdse onderbreking, ofwel onder de vorm van 24 maanden halftijdse loopbaanvermindering, ofwel onder de vorm van 60 maanden 1/5de loopbaanvermindering, ofwel door een combinatie van deze stelsels.
b. in een bijkomend recht van 36 of 48 maanden voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5de loopbaanvermindering met motief.
Het bijkomend recht op 36 maanden kan worden opgenomen voor de zorg van zijn kind tot 8 jaar, voor palliatieve zorg, de zorg of bijstand aan een zwaar ziek gezins- of familielid of het volgen van een opleiding. In dit kader kan de loopbaan maar voltijds of halftijds worden onderbroken of verminderd indien hierover een collectieve arbeidsovereenkomst op niveau van de sector of onderneming wordt afgesloten. Wel komen de collectieve arbeidsovereenkomsten, die in uitvoering van artikel 3, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 bis het recht op voltijds of halftijds tijdskrediet uitbreiden, als dusdanig in aanmerking, ongeacht of ze een verwijzing naar een motief bevatten.
Het bijkomend recht op 48 maanden kan worden opgenomen voor de zorg van zijn kind met een handicap tot 21 jaar of de zorg of de bijstand aan een minderjarig zwaar ziek kind dat als gezinslid wordt beschouwd. Om dit recht voltijds of halftijds te kunnen opnemen, is geen collectieve arbeidsovereenkomst vereist op niveau van de sector of onderneming.
Het tijdskrediet en de loopbaanvermindering worden niet proportioneel verrekend bij het opnemen van een deeltijdse formule en mag in totaal niet meer dan 48 maanden bedragen.
c. in een recht op landingsbanen voor werknemers vanaf 55 jaar met een beroepsloopbaan van 25 jaar alsook bijzondere regels voor de werknemers vanaf 50 jaar met een zwaar beroep, lange loopbaan of in een bedrijf erkend als bedrijf in moeilijkheden of bedrijf in herstructurering.
In deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt daarnaast ook bepaald op welke manier reeds opgenomen rechten in het oud stelsel van loopbaanonderbreking of tijdskrediet en loopbaanvermindering worden aangerekend in het nieuwe stelsel.
Wat de organisatieregels en de drempel betreft, worden quasi geen wijzigingen aangebracht ten opzichte van het bestaande stelsel in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 bis. Wel worden voortaan alle vormen van voltijds tijdskrediet en halftijdse en 1/5de loopbaanvermindering geneutraliseerd, waardoor een overstap van de ene vorm naar de andere wordt mogelijk gemaakt. Voor zo’n overstap moet wel telkens een nieuwe aanvraag worden ingediend en worden nagegaan of de drempel wordt toegepast.
Tot slot zijn er in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 nog een aantal overgangsbepalingen voorzien waarbij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 bis van toepassing blijft, om te vermijden dat er opnieuw discrepanties zouden ontstaan maar ook om de afwijkingen die op de organisatieregels zijn voorzien in verschillende bestaande akkoorden te laten doorwerken.
Omdat opnieuw een discrepantie was ontstaan tussen het recht op afwezigheid en het recht op uitkeringen voor tijdskrediet en vanuit de optiek de coherentie opnieuw te herstellen, heeft de Raad de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 ter van 20 december 2016 gesloten tot aanpassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen.
Gelet op het feit dat het recht op onderbrekingsuitkering voor het ongemotiveerd tijdskrediet werd afgeschaft en voor het gemotiveerd tijdskrediet voor zorgmotieven werd uitgebreid van 36 en 48 tot 51 maanden, heeft de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 ter het recht op tijdskrediet zonder motief opgeheven en daarnaast het recht op tijdskrediet voor zorgmotieven uitgebreid tot 51 maanden.
In dezelfde lijn van coherentie tussen het recht op afwezigheid en het recht op onderbrekingsuitkeringen, worden in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 ter eveneens nieuwe regels vastgelegd van de manier waarop reeds opgenomen periodes uit het verleden moeten worden aangerekend op het huidige stelsel. Vanaf zijn datum van inwerkingtreding worden alle periodes van tijdskrediet zonder motief (proportioneel) en met motief (in kalendermaanden) in chronologische volgorde aangerekend op de pot met motief. De eerste 12 maanden van het tijdskrediet zonder motief dat al werd genomen, moeten hierbij in voltijds equivalent worden geneutraliseerd.
Naast deze twee elementen, worden er in voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 ter nog een aantal andere punten geregeld. Zo wordt, in uitvoering van de tweede fase van het akkoord van de Groep van Tien van 17 december 2014 een gelijkstelling voorzien van de ontslagcompensatie- en verbrekingsvergoeding voor de tewerkstellingsvoorwaarde van 24 maanden voor werknemers, die in toepassing van artikel 10, § 2, 2) de termijn van die tewerkstellingsvoorwaarde in overleg met hun werkgever inkorten voor een landingsbaan.
Daarnaast wordt in deze overeenkomst ook een oplossing uitgewerkt voor werknemers die twee deeltijdse functies combineren bij twee werkgevers en hun loopbaan met 1/5de wensen te verminderen. Zij kunnen voortaan hun loopbaan met 1/5de verminderen, op voorwaarde echter dat de som van de tewerkstellingsbreuken bij beide werkgevers in totaal minstens een voltijdse tewerkstelling omvat en mits toestemming van de werkgever(s) waarbij de aanvraag tot 1/5de loopbaanvermindering wordt aangevraagd.
Vanuit de optiek één en ander te vereenvoudigen, wordt voor de berekening van de beroepsloopbaan van 25 jaar voor een landingsbaan in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 dezelfde methode ingeschreven als diegene die wordt gehanteerd in de werkloosheidsreglementering. Die gelijkvormige berekeningswijze moet de RVA in staat stellen het beroepsverleden te berekenen en te controleren op basis van maximaal gebruik van gegevens in bestaande databanken.
Vanaf zijn datum van inwerkingtreding, is de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 ter van toepassing op alle aanvragen en verlengingsaanvragen die bij de werkgever worden ter kennis gegeven. Overgangsbepalingen worden voorzien voor werknemers die op de datum van inwerkingtreding van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst in een lopend stelsel van tijdskrediet of loopbaanvermindering zitten, die zij hebben opgenomen op basis van de oude regeling. De nieuwe gecoördineerde versie die van toepassing is vanaf 1 april 2017 vindt u in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012.